Aspecten van het bedrijfsbeleid: ondernemingsplan en kostprijsberekening
Kruiswoordraadsel
Klik op een nummer in het kruiswoordraadsel, vul het juiste begrip in en druk op Enter. Wanneer je alles hebt ingevuld, klik dan op Check. De oefening wordt gecontroleerd, onjuiste antwoorden worden verwijderd.
Check
Horizontaal
1. verhouding tussen directe en indirecte kosten van vorig jaar, deze verhouding wordt gebruikt om de indirecte kosten te berekenen. 3. winstgevendheid of ... (resultaat van de onderneming/eigen vermogen x 100) 4. raming van wat men nodig heeft aan werkmiddelen 5. prijs die ontstaat door vraag en aanbod 6. productiepunt waarop verlies noch winst wordt gemaakt 8. alle gemaakte kosten om 1 eenheid product of dienst tot stand te brengen 9. aankoopprijs van goederen of diensten + aankoopkosten = 11. vervoer, verpakking... 12. kosten die direct toewijsbaar zijn aan een product 13. constant, dagelijks een inventaris bijhouden 14. omzet - variabele kosten = 15. omzet - variabele kosten - vaste kosten = 17. kosten die variëren met de productie 18. kosten die steeds hetzelfde blijven, ook al varieert de productie
Verticaal
2. beschrijving van doel van de activiteit (de 6 p's) + wijze van aanpak 6. brutowinst/omzet x 100 7. geeft de manieren weer waarop men geldmiddelen vindt voor de financiering van de investeringen. 10. kosten die niet direct toewijsbaar zijn aan een product. 16. aantal vekochte stuks x eenheidsprijs =