Klik op een nummer in het kruiswoordraadsel, vul het juiste begrip in en druk op Enter. Wanneer je alles hebt ingevuld, klik dan op Check. De oefening wordt gecontroleerd, onjuiste antwoorden worden verwijderd.
schuldenaars moeten niet opdraaien voor elkaars schuld: de verbintenis is ...
4.
belangrijkste bewijs van een contract
5.
slechts 1 van de partijen neemt een verbintenis op zich, het is een ... contract
7.
geldigheidsvoorwaarde voor een overeenkomst: wilsuiting
8.
de wilsovereenstemming van de partijen zijn voldoende, het is een .. contract
12.
geldigheidsvoorwaarde voor een overeenkomst
13.
een rechtsband waardoor een persoon (schuldenaar) zich t.o. een ander persoon verbindt iets te geven, iets te doen of niet te doen.
15.
Het contract bestaat op zichzelf, het is een ...
16.
plechtig, contract opgesteld door openbaar ambtenaar
17.
De schuldeiser zal altijd de volledige schuld ontvangen, ook al betaalt 1 van de schuldenaars zijn schuld niet, de anderen draaien er voor op, het is een ... contract.
Verticaal
2.
akte opgemaakt door openbaar ambtenaar
3.
beide partijen gaan een verbintenis aan
6.
de partij die de schuld mag ontvangen
9.
verbintenis is ondertekend door beide partijen: het is een .. akte.
10.
de partij die zich verbonden heeft (die de schuld moet betalen)
11.
recht waarbij de eis is gesteld tegenover een persoon, dit is .. recht.
13.
geldigheidsvoorwaarde voor een overeenkomst: zaak of daad
14.
geldigheidsvoorwaarde voor een overeenkomst: motief van de verbintenis